Het faillissement van commerciële warmtenetten

Het faillissement van commerciële warmtenetten
Beeld: Stegosaurus/Shutterstock.com

'Met stadswarmte ben je klaar', was de slogan van Eneco, maar inmiddels is duidelijk dat een van de grootste warmteleveranciers van het land zelf klaar is met deze bedrijfsactiviteit. De warmtenetten gaan in de verkoop. Einde van een tijdperk? Een overzicht van de geschiedenis van het warmtenet in Nederland in drie delen.

Collectieve warmtenetten zouden Nederland van het gas af helpen, maar de financiële, juridische en maatschappelijke problemen blijven zich opstapelen. Eneco, dat in 2020 nog vol vertrouwen de warmtenetten van Utrecht, Rotterdam en Den Haag wilde uitbreiden, is nu eerste grote speler die hardop zegt wat elders wordt gefluisterd: de businesscase voor warmte klopt niet meer.

Warmtenet lijkt logisch

Op papier lijkt het idee van een warmtenet best logisch: restwarmte uit industrie, datacenters of afvalverbranding kan via ondergrondse leidingen duizenden woningen verwarmen. Geen gas, geen individuele ketels, maar een collectieve voorziening die efficiënt, duurzaam en sociaal moest zijn. Gemeenten omarmden het idee als een manier om in één klap complete wijken ‘van het gas’ te halen. Energiebedrijven zagen een nieuw verdienmodel in een gereguleerde markt met gegarandeerde afnemers. Voor woningcorporaties was het een goedkope manier om aan verduurzamingsdoelen te voldoen zonder hun bezit ingrijpend te renoveren.

De praktijk: te dure infrastructuur, te weinig aansluitingen, te onzekere warmtebronnen en een juridisch kader dat de consument in de kou laat staan.

De niet-meer-dan-anders leugen

Collectieve warmte zou niet duurder mogen zijn dan individuele op gas gestookte warmte. Dit niet-meer-dan-anders-principe moest de burger vertrouwen geven in een monopolie zonder overstapmogelijkheid. Het werd in bijna alle gevallen een koude kermis.

De Autoriteit Consument & Markt (ACM) bepaalt jaarlijks een maximumtarief dat zou voorkomen dat bewoners te veel betalen. Maar dat plafond gaat uit van een ‘gemiddelde’ gasverbruiker met verouderde ketel, hoge onderhoudskosten en nul prijsconcurrentie. Wie op gas stookt, kan echter rekenen op concurrerende prijzen voor een keur aan ketels, installatie en onderhoudsabonnementen. De mogelijkheid van leverancier te wisselen, levert desgewenst jaarlijks welkomstbonussen op van enkele honderden euro’s. Dynamische tarieven of hybride oplossingen drukken de rekening nog meer. Voordeeltjes waar de warmtenetklant van verstoken blijft.

Daardoor is het prijsverschil al jarenlang structureel negatief: de ‘beschermde’ warmtenetgebruiker betaalt inmiddels 20 tot 50 procent meer dan een huishouden op gas. Juridisch is daar nauwelijks iets tegen te beginnen, want de tarieven voldoen formeel aan de ACM-norm. In de praktijk is het niet-meer-dan-anders-principe een papieren tijger gebleken, waar geen enkel individueel recht aan kan worden ontleend, omdat de definitie te ruim is en de referentiecijfers eenzijdig aan te hoog gemiddelde worden getoetst.

Money, money, money

De aanleg van een warmtenet is extreem kapitaalintensief en de terugverdientijden lang. Voor een schijn van een businesscase dienen minstens 70 procent van de woningen in een gebied wordt aangesloten. Gemeenten hebben door middel van aanwijsbeleid de mogelijkheid om wijken te selecteren die van het gas af gaan, maar kunnen bewoners niet verplichten mee te doen aan een warmtenet als ze zelf een alternatief hebben dat minimaal even duurzaam is. Zeker voor huiseigenaren is een warmtepomp vandaag de dag een veel aantrekkelijker alternatief.  

Warmtenetten zijn zwaar afhankelijk van vreemd vermogen. De stijgende rente en bouwkosten hebben de rek uit de financiering gehaald. Waar energiebedrijven begin deze eeuw nog rendementen van 6 à 8 procent realiseerden, is dat nu vaak nul of negatief. In Utrecht, Delft en Purmerend worden de verliezen deels afgedekt door gemeentelijke garanties. In Den Haag moest de gemeente zelfs aandelen overnemen om faillissement te voorkomen. Warmtenetten overleven alleen wanneer de publieke sector bereid is de verliezen te dragen.

Zelfs onder ideale omstandigheden – nieuwbouwwijk, korte leidinglengte, lokale bron – zijn warmtenetten nauwelijks rendabel. De marges zijn zo dun dat een kleine stijging in rente of materiaalprijs de zaak onderuithaalt.

Hoezo duurzaam?

De huidige generatie warmtenetten kunnen de eigen duurzaamheidsclaims meestal niet waarmaken.  Warmte uit afvalverbranding, raffinaderijen of elektriciteitscentrales is veelal een restproduct van fossiele processen. Slagen die industrieën erin te verduurzamen, dan neemt het warmteoverschot af, wat de aanvoer onzeker maakt en de ‘milieuwinst’ tijdelijk. Bodemwarmte of geothermie klinkt aantrekkelijk, maar is in steeds meer delen van Nederland niet toegestaan vanwege vermeende risico’s voor de drinkwatervoorziening en bodemstabiliteit.

Niet van deze tijd

De collectiviteit van warmtenetten, mag sympathiek klinken, maar de langjarige gedwongen winkelnering maakt snel schakelen in de energietransitie onmogelijk. Individuele burgers kunnen naar eigen inzicht en tempo investeren in isolatie, zonnepanelen, warmtepompen of batterijen en kunnen wijkcollectieven vormen om de zelf opgewekte energie slim te delen. Aansluiting op een warmtenet blokkeert duurzamer maatwerk voor 30 tot 50 jaar.

De paradox is dat hoe beter woningen geïsoleerd worden, hoe minder warmtevraag er overblijft – en hoe moeilijker het wordt om de vaste infrastructuur terug te verdienen. In dat licht is de warmtenetvisie van de overheid – 500.000 aansluitingen in 2030 – niet alleen ambitieus, maar mogelijk ook het paard achter de wagen.

Stoppen of doorgaan met warmtenetten?

Dat juist Eneco, lang de voortrekker in stedelijke warmtenetten, nu op zoek gaat naar publieke kopers, is symbolisch. De markt haakt af, de overheid moet kiezen: door investeren of afbouwen. Beide opties zijn politiek riskant. Doorgaan betekent miljarden publiek geld steken in een infrastructuur die structureel verlieslatend is, maatschappelijk omstreden en technisch verouderd.

Stoppen betekent toegeven dat de aannames verkeerd waren en de beloftes niet kunnen worden waargemaakt. Dat zou een domino-effect veroorzaken in de hele warmteketen omdat warmtenetten zijn verweven met klimaatdoelen, bouwplannen en corporatieprogramma’s.

Kantelpunt

De door Eneco ingezette uitverkoop is vermoedelijk vooral een poging om de aandeelhouders te plezieren, maar in meerdere opzicht een teken aan de wand. Het besef dat de collectieve warmte-infrastructuur zoals die de afgelopen decennia is uitgerold, niet meer past bij een energiemarkt die snel elektrificeert. De warmtetransitie is begonnen als systeemproject, maar evolueert sneller dan gedacht naar een als decentraliseringsproces waarin bewoners, technologie en markt elkaar vinden. Maatwerk versus inflexibele bulk.

Lees verder in 'Het warmtenet als armoedeval'

Klimaatbeheersing 1+2

  • Profiteer van de setprijs
  • Warmtetechnieken
  • NIEUWE EDITIE: Luchtbehandeling, Ventilatie en Koeling
  • Uitgebreide kennis
  • Praktische oplossingen

Wij willen Gawalo elke dag verbeteren. Help je mee?